De heer Kuiper is in 1936 in Bellingwolde geboren. Zijn ouders verbouwden rozen en hielden koeien. Kuiper spreekt met liefde over het Bellingwolde van vroeger, dat toen een voornaam dorp was. Kuiper vertelt enkele anecdotes over de Tweede Wereldoorlog. Zijn ouders hadden onderduikers in huis. Na de oorlog was er nog een jongen uit Rotterdam die bij hen vertoefde. In Bellingwolde werd over en weer veel gesmokkeld. Er was wel controle, maar desondanks gingen er veel spullen illegaal de grens over. Kuiper is werkzaam geweest bij een brandstofhandel, waarvoor ze met een vrachtschip turven uit Klazienaveen naar Bellingwolde verscheepten en ze vandaar per vrachtauto rondbrachten naar klanten. Kuiper vond dat erg plezierig werk, maar toen hij terugkeerde van militaire dienst, was het vanwege de introductie van gas opeens voorbij. Tot slot vertelt Kuiper nog over veranderingen in de maatschappij. Tegenwoordig zijn er veel meer regels dan vroeger. Bovendien bestaat het echte nabuurschap, dat je elkaar helpt, ook niet meer zo als vroeger.